
Luchtstroom
Wij spreken van de übermensch
alsof wij het meesterwezen zijn,
de kroon op een verhaal
dat we zelf hebben geschreven.
​
Maar wat als de dieren
meer verstaan dan wij,
de vogels meer antwoorden dragen
dan wij ooit durfden vragen?
​
Ik stel mij voor
dat een adelaar luchtstromen leest
als een partituur van het grote luisteren
en de hemel
niet als vage aquarel,
maar als pulserend canvas,
met het heelal als gehoor.
​
Ik stel mij voor
dat het lied van de nachtegaal
is gesponnen als een draad,
verbonden
tussen boom en sterren.
​
Wie weet
zingen we dan eindelijk
een toontje lager;
wordt ons vijandbeeld
een reliek van een verdwijnend tijdperk,
opgesteld in het museum van ondeugdelijkheid
tussen bidstoel, ketenen
en het zwaard,
​
en de aller-verschrikkelijkste paddenstoel,
die nooit tot bloei had mogen komen.